Willem van Oranje

 

Willem, prins van Oranje, graaf van Nassau-Dillenburg, beter bekend als Willem van Oranje of onder zijn bijnaam Willem de Zwijger, en in Nederland vaak Vader des vaderlands genoemd, was aanvankelijk stadhouder (plaatsvervanger) voor de regerend heer der Nederlanden. Hij begon zijn loopbaan in dienst van de Rooms-Duitse keizer Karel V. Meningsverschillen met Karels opvolger Filips leidden uiteindelijk tot de Tachtigjarige Oorlog.

Deze oorlog had als eindresultaat dat de Noordelijke Nederlanden in 1648, bij de Vrede van Münster, internationaal erkend werden als onafhankelijke staat. In kronieken, brieven en documenten uit de 16e eeuw wordt soms gesproken over de Opstand. Ook in de hedendaagse literatuur wordt het begin van de Tachtigjarige Oorlog veelal weer aangeduid met de Nederlandse Opstand.

De lijfspreuk van de prins was Je maintiendrai (Ik zal handhaven). Aan het eind van zijn leven breidde de prins deze uit: Je maintiendrai l'honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy (Ik zal de eer, het geloof, de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven). De oorspronkelijke lijfspreuk ("Je maintiendrai Chalon") was afkomstig van Oranjes erflater René van Chalon, die deze later wijzigde in "Je maintiendrai Nassau".

 

Op 10 juli 1584 pleegde de Fransman Balthasar Gerards (die zich voordeed als de protestant François Guyon) zijn fatale aanslag. Oranje lunchte die middag met Rombertus van Uylenburgh, burgemeester van Leeuwarden, zijn zus, zijn vrouw en zijn dochter in het Prinsenhof te Delft. Oranje wilde van deze Friese rechtsgeleerde in het bijzonder informatie over het unieke Friese rechtssysteem. Na deze maaltijd wilde Oranje de trap naar zijn slaap/werkkamer oplopen en werd van zeer korte afstand door Gerards met een pistool doodgeschoten. Oranjes laatste woorden waren volgens overlevering Mon Dieu, mon Dieu, ayez pitié de moi et de ce pauvre peuple, wat wordt vertaald als "Mijn God, Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk". Volgens een onderzoek dat in maart 2012 werd gepresenteerd, is het vrijwel zeker dat hij dit niet meer heeft kunnen zeggen. Met het schot dat Gerards loste kwamen drie kogels vrij, waarvan er een door het hart van Willem van Oranje ging. Die was vrijwel zeker op slag dood en dus niet in staat nog iets te zeggen. De onderzoekers baseerden zich onder meer op het oorspronkelijke Latijnse sectierapport dat Pieter van Foreest en Cornelis Busennius opstelden. De vertaling van het rapport is volgens historici eigenzinnig gedaan en strookt niet met het Nederlandstalige verslag dat dezelfde artsen uitbrachten aan de Staten-Generaal. Volgens getuigenverklaringen heeft Willem van Oranje wel nog iets gezegd tegen zijn stalmeester, maar het is onduidelijk wat dat was.

 

De moordenaar werd na een wilde achtervolging gegrepen en veroordeeld tot de zwaarste lijfstraf die beschikbaar was:

 

"Zijn rechterhand waarmee hij het moorddadige feit gepleegd heeft, zal met een gloeiende tang afgeknepen worden; vervolgens zal men met gloeiende tangen op verscheidene plaatsen op zijn lichaam het vlees afknijpen tot op het bot. Vervolgens vierendele men hem levend waarna het hart uit zijn borstkas gesneden en hem in het gezicht geworpen zal worden. Tenslotte zal men zijn hoofd afhakken waarna zijn vier uiteengetrokken delen op de Haagpoort, Oostpoort, Ketelpoort en de Waterslootsepoort tentoongesteld dienen te worden. Zijn hoofd moet op een staak gespietst en vervolgens bij het voormalige huis van de prins geplaatst worden."

 

Gerards tartte desondanks zijn beulen, die daardoor meenden dat ze met de duivel zelf te maken hadden. Het hoofd prijkte enige tijd als afschrikwekkend voorbeeld op de stadsmuur tot de priester Sasbout Vosmeer - hij was apostolisch vicaris in Delft - het meenam naar de bisschop van Keulen, die er overigens weinig prijs op stelde.

 

Twee weken na de moord op Willem van Oranje werd op 25 juli 1584 in de Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch uit dankbaarheid het Te Deum gezongen door kanunniken. Dit uit blijdschap vanwege de dood van de uitvoerder van de uithongeringspolitiek van de stad, die in de Meierij van 's-Hertogenbosch aan tweederde van de bevolking het leven kostte. Tevens was de bevolking bevreesd voor het mogelijke lot van 's-Hertogenbosch na een inname door de Staatse troepen van de prins, zoals de plundering en burgermoord die Roermond was overkomen toen Willem van Oranje die stad veroverde. De blijdschap was van korte duur. Diezelfde avond sloeg de bliksem in de toren en ontstond grote schade aan de kathedraal. De hoge middentoren brandde geheel af, klokken vielen uit de toren, altaren en het orgel van Hendrik Niehoff uit 1533 werden onherstelbaar beschadigd. De schilder Hans van de Ven heeft dit tafereel op doek vastgelegd.

Filmpje!!   https://www.youtube.com/watch?v=c5_1KjqVfwUhttps://www.youtube.com/watch?v=9iwPuGdipYk

De Geuzen

 

Alva was door philips II naar Nederland gestuurd om de orde te bewaren. Hij deed dit met ijzeren hand. Daarom werd hij ook wel de "ijzeren hertog" genoemd. Eén van zijn belangrijkste steden was Den Briel. Willem van Oranje had als doel om Den Briel te veroveren. De watergeuzen hebben daarbij een grote rol gehad! Op precies 1 april 1572 werd Den Briel overwonnen door de Geuzen. Zo is het zinnetje 'Op 1 april verloor Alva zijn bril' omgevormd tot 'Op 1 april verloor Alva zijn bril'. Sindsdien worden op 1 april grappen uit gehaald.

 

De watergeuzen hebben een banier met een afbeelding van tien munten waarmee zij verwijzen naar de invoering van de hoge belasting: de tiende penning.